9. Hoogliedmystiek
Het Nieuwe Testament roept voortdurend op tot geloof en gehoorzaamheid, niet tot het zoeken van ervaringen, niet tot het beleven van de liefdesextase met God. Er is in het Nieuwe Testament geen grond te vinden voor het doel waar de mystiek naar streeft, het schouwen van God, de extase.
Er is ook geen grond te vinden voor het analyseren van de eigen gevoelservaringen, het naar binnen kijken in het eigen gevoelsleven. Dat heeft de mystici gedwongen om elders in de bijbel te kijken of ze daar wel steun voor hun mystieke opvattingen konden vinden. Uiteindelijk zijn ze uitgekomen bij het Hooglied. Het Hooglied geeft een beschrijving van de liefde tussen een man en vrouw. Een onderdeel daarvan is “verliefdheid” en seksuele aantrekkingskracht. Verliefdheid gaat gepaard met hevige gevoelens, ups en downs. Die hevige gevoelens vinden we in het Hooglied beschreven. De mystici zijn het Hooglied echter gaan vergeestelijken. In plaats dat het letterlijk wordt genomen als een beschrijving van een liefdesrelatie tussen een man en vrouw ziet men het als een allegorie voor de liefde tussen de ziel van een gelovige en God, een beschrijving van de liefde tussen de gelovigen en Jezus. Het gevolg is dat men de liefde tussen de gelovige en God is gaan beschrijven in de erotische beelden van een menselijke liefdesrelatie. Hieruit is de zogenaamd Hoogliedmystiek, van verlangen, bezwijmen, gemis, etc, ontstaan.
De emoties van verliefde mensen, zoals die in het Hooglied zijn beschreven, worden gebruikt als illustratie van de liefde tussen God en de mens, als illustratie van de liefdesrelatie tussen de christen en Christus. Dit sluit inderdaad goed aan bij de beleving van de mystici. Die kijken immers naar binnen, naar allerlei ervaringen en belevingen. De gevoelsbewegingen worden geanalyseerd. Deze emoties vindt men, via allegoriseren, terug in het Hooglied.
De Hoogliedmystiek is een voorbeeld van schriftinleg in plaats van schriftuitleg. Er is geen enkele ondersteuning in de bijbel te vinden voor deze allegorisering van het Hooglied. Zoals eerder betoogd spreekt deze uitleg van het Hooglied de hele toon, de gerichtheid van het Nieuwe Testament tegen. Enkele aspecten van de huwelijksrelatie worden wel op de relatie tussen de gelovige en God, op symbolische wijze, toegepast. De vereniging in de huwelijksgemeenschap is een beeld voor de eenheid tussen Jezus en de gemeente (Gen. 2:24 ; Efeze 5:30-32 ; 1 Kor 6:17) Dan is er nog het beeld van de gemeente als bruid (verloofde) die uitziet naar de vereniging, de komende bruiloft, met de bruidegom. Dit is een beeld van de gemeente die uitziet naar de wederkomst van Christus. (Openb. 22:17 en 2 Kor. 11:2)
Nergens wordt de emotie van verliefdheid in verband gebracht met onze relatie met Christus. Daar is verliefdheid ook veel te onstabiel voor. Liefde is wat anders dan verliefdheid. Als christenen hebben wij Christus lief omdat hij ons eerst heeft liefgehad (1 Joh. 4:19). De dominante emotie is dankbaarheid. Het is ook natuurlijk en logisch om enthousiast te zijn over Jezus omdat Hij zo’n geweldige persoon is. De liefde tot Christus uit zich in gehoorzaamheid. De Here Jezus zei: “Wie mijn geboden heeft en ze bewaart, die is het die mij lief heeft” (Joh. 14:21) De Here Jezus zei niet: “Wie bezwijmt van liefde voor Mij, die is het die Mij liefheeft.”
Uit het Hooglied kunnen we leren dat seksualiteit verliefdheid, seksuele aantrekkingskracht goede dingen zijn, mits natuurlijk binnen de door God ingestelde huwelijksrelatie. Ze zijn door God geschapen en daarom op zich genomen goed en onderdeel van het menszijn. Dit gaat in tegen en weerlegt een belangrijke stroom in het Griekse denken, waarin alles wat bij de materie hoort als negatief wordt gezien. Men staat negatief tegenover het lichaam. Het lichaam wordt gezien als de kerker der ziel, het lichaam weerhoudt, in deze visie, de ziel ervan op te stijgen tot God. Daarom staat men ook negatief tegenover seksualiteit Dat werd gezien als een hinderpaal voor echt geestelijk leven. Tegen deze mentaliteit wordt onder meer in 1 Tim. 4:1-5 ernstig gewaarschuwd. Daar wordt gesproken over “sommigen die het huwelijk verbieden”. Paulus noemt dat een lering van boze geesten. Tot voor kort, en wellicht nog steeds, had deze wijze van denken ook grote invloed op het denken van vele christenen. Het Hooglied had deze “lering van demonen” kunnen corrigeren, maar dat is niet gebeurd omdat men het Hooglied onschadelijk had gemaakt door het te vergeestelijken.
In de eeuwen voor de komst van Christus begon dit negatieve Griekse denken over materie en seksualiteit de ontwikkelde Joden in de Hellenistische wereld te beïnvloeden Men wist daarom geen raad meer met het Hooglied, omdat daar vrijmoedig, maar fijngevoelig, de seksuele vreugde binnen het huwelijk wordt beschreven. Men vond de oplossing in het “vergeestelijken” van het Hooglied. Het gaat dan niet meer om een beschrijving van de liefde tussen man en vrouw, het gaat om de hogere liefde tussen een gelovige en God. Hier liggen de werkelijke wortels van de zogenaamde hoogliedmystiek.
Bron
Gelukkig hebben veel christenen moeite met de beweging van ‘verliefd zijn op Jezus’, of ‘intimiteit hebben met Jezus’. Vooral mannen moet dit een toch wat ongemakkelijke oproep zijn.
Grote fout die de aanhangers van deze ’theologie’ naar mijn idee maken is de verschraling van het woord liefde. De wereld heeft de betekenis van liefde verlaagd tot de lichamelijke liefde, die de Bijbel ‘eros’ noemt. Aanhangers van de ‘intimiteitstheorie’ nemen die betekenis een beetje teveel over. De Bijbel kent echter vijf verschillende woorden die allen vertaald worden met liefde. Dat geeft, naast de armoede van onze taal, echter al snel een vertekend beeld van de werkelijke bedoeling van de Bijbel.
In kringen met veel onwetenden is dan snel de stap gemaakt tot “smoorverliefd zijn op Jezus”.
Volgende keer: Aanrakingstheologie
2 Reacties
Sorry, maar wat een beperkte visie. Tip; lees het boek XXXXXXXX van XXXXX……..
Omdat wij niet achter de promotie van deze titel kunnen staan, hebben wij de titel en auteur blank gemaakt. Zij vallen namelijk precies binnen het kader van waar in dit artikel voor gewaarschuwd wordt.