5. Ik merk zo weinig van God
Deze verzuchting, deze klacht, heb ik in de loop der jaren nogal eens uit de mond van christenen gehoord. Men beleefde blijkbaar weinig of niets van de hierboven beschreven ervaringen.
Wat kan hier de reden van zijn?
Het heeft altijd te maken met één of meerdere van de volgende drie dingen.
- Er is zonde, wellicht subtiele zonde, in het leven die niet is beleden, die niet onder ogen wordt gezien.
- Er is gebrek aan overgave, beschikbaarheid, gehoorzaamheid. De Geest van God spreekt ergens op aan maar er wordt niet geluisterd.
- Er is gebrek aan geloof, aan vertrouwen op God, in plaats daarvan is men bezig in eigen kracht en naar eigen inzicht. Men is los van God, niet in afhankelijkheid, bezig als christen te leven en voor God te werken.
Reiniging van zonde, overgave en wandelen door geloof zijn de drie voorwaarden waaraan we moeten voldoen wil de Geest van God ons vervullen. De Geest van God bewerkt in ons christelijke ervaring. Als we, over een langere termijn gezien, weinig ervaren komt dat omdat de Heilige Geest niet de ruimte krijgt. Zonde bedroeft de Geest van God. Als de Geest ons ergens op aanspreekt en wij weigeren daar op in te gaan dan doven we de Geest uit. Dit is telkens weer het kritieke punt in onze wandel met God. Wat doen we op zo’n moment? Stel dat de Geest me aanspreekt op een concreet punt b.v. in een meningsverschil met mijn vrouw, snauw ik tegen haar en loop vervolgens kwaad weg. Praat ik dit dan goed, rechtvaardig ik mezelf (Ik had toch gelijk, zij moet het eerst maar goed maken) of verootmoedig ik mezelf, erken ik mijn zonde en belijd ik die zonde tegen God en tegen mijn vrouw? Want ongeacht wie er gelijk had, ik had niet mogen snauwen en zo ongeduldig reageren. God wil dat ik goed maak wat ik fout heb gedaan, ongeacht wat de ander doet, ongeacht hoe fout ook de ander is geweest. Ik kan uit ervaring zeggen dat dit niet altijd makkelijk is. Jezelf vernederen voor een ander. Of stel dat de Geest van God je roept om een bepaalde taak te doen, terwijl je er tegen opziet, terwijl je zelf andere plannen had. Wat ga je dan doen? Is ons hart week of verharden we onszelf? “Heden indien, gij zijn stem hoort, verhardt uw harten niet” (Hebr. 4:7) Dit is bijna altijd de diepste reden van geestelijke stagnatie in het leven van christenen. Zelfhandhaving, niet ingaan op de stem van de Heer, die je persoonlijk door de bijbel en Zijn Geest ergens bij bepaalt. Verder is het zo dat, als we in eigen kracht en naar eigen inzicht, los van Gods Geest, bezig zijn, we de Geest van God voor de voeten lopen.
Als je over een langere periode bezien niets merkt van Gods werk in en door je heen dan is er iets mis met je geestelijk leven. Geestelijk leven begint met de wedergeboorte. Zonder wedergeboorte is er geen geestelijk leven. Dus als je helemaal niets beleeft dan is het zinvol om jezelf af te vragen of je wel wedergeboren, of je wel bekeerd bent. Waar sta je op dit punt?
Misschien is er wel geestelijk leven, maar is dat leven heel zwak. Als je niet in geloof en gehoorzaamheid wandelt, als je het regelmatige contact met de Here God door het lezen van de bijbel en het gebed verwaarloost, als je in een omgeving verkeert waar weinig geestelijk voedsel beschikbaar is, dan zal het geestelijk leven daar onder leiden.
Als je het gevoel hebt dat er iets mis is met je geestelijk leven dan is het tijd om je voor de Heer te verootmoedigen. Vraag aan de Heer wat er aan de hand is: “Heer ik ben vastgelopen, wilt U me weer op het goede spoor zetten? Wilt u vaart in mijn leven brengen? U bent de voleinder – Hebr. 12:2 – wilt U het in mij afmaken? Wat is er aan de hand Here God, ik ben bereid om het onder ogen te zien, wat het ook is.”
We moeten wel opletten dat we niet in onszelf gaan graven. Als de Here God je ergens op aanspreekt dan is het duidelijk, dan weet je het. Als er iets mis mocht zijn dan zal God het ons wel duidelijk maken, als we ons door Hem laten onderzoeken. Het eigen menselijke hart is arglistig, alleen de Here kan het doorgronden (Jeremia 7:9,10). Daarom moeten we niet aan introspectie aan zelfontleding, doen. In plaats daarvan moeten we ons door God laten doorlichten.
Psalm 139:23,24
“Doorgrond mij, o God, en ken mijn hart, toets mij en ken mijn gedachten; zie, of bij mij een heilloze weg is en leid mij op de eeuwige weg.” Dit is een goed gebed. Het is een gebed “naar Gods wil” en zulke gebeden zullen zeker verhoord worden (1 Joh. 5:14,15).
We moeten niet onszelf gaan ontleden. We moeten in de lichtkring van het ontdekkende licht van Gods Geest blijven. We moeten naar het licht toe gaan (Joh. 3:20,21). De bijbel noemt drie bronnen van licht. Het woord van God. “Het openen van uw woord verspreid licht” (Psalm 119:130, Hebr. 4:12). God zelf is licht (1 Johannes 1:5). Als we in gebed tot Hem naderen dan naderen we tot het licht. Verder zijn ook de broeders in de Here licht (Efeze 5:8). Naar de mate dat zij beheerst worden door Gods Geest zal door hun levens het licht van God schijnen. Door deze drie lichtbronnen valt het ontdekkende licht van de Heilige Geest op ons leven. Als je zo het licht opzoekt zal God je vanzelf waarschuwen en duidelijk maken als er iets mis is.
Daarnaast kunnen we advies over ons geestelijk leven vragen aan oudere christenen. Christenen waarvan we zien dat ze met de Heer wandelen, bij wie we een stuk realiteit zien in het geestelijk leven, die de bijbel goed kennen. De Heer heeft immers herders, zielzorgers, leraars gegeven (Efeze 4:11). Een oudere christen, zeker met de gave van zielzorg, ziet vaak snel de zwakke plekken in het geestelijk leven van een christen waar hij een tijd mee omgaat. Helaas willen velen niet van vermaning weten, zelfs niet na een tactvolle biddende, geduldige benadering. Ik ben God zo dankbaar voor de medechristenen die me in de jaren na mijn bekering bij allerlei gelegenheden de spiegel van Gods woord hebben voorgehouden. Dat was soms een erg pijnlijke ervaring, als ze hun vinger op een zwakke plek legden. Alsof er een zwaard door je heen ging, alsof de grond onder je voeten wegzakte. Maar vaak hadden ze gelijk of tenminste gedeeltelijk gelijk. Zelfs onterechte kritiek is nuttig want ook dat houdt ons nederig.
Het niet voelen, niet ervaren, niet merken, niet beleven, is natuurlijk iets wat lijnrecht tegenover de huidige maatschappij in gaat. Alles moet intens beleefd worden, we willen er alles uithalen, er uithalen wat er in zit, het leven maximaal beleven, noem maar op.
Binnen de charismatische beweging is er ook relatief weinig of helemaal geen ruimte voor deze momenten. God moet op elk moment van je leven beleefd en ervaren worden. Dit is echter niet Bijbels. Als we kijken naar het leven van Abraham, dan had hij ook niet het doorlopende contact met God zoals dat tegenwoordig in charismatische beweging verkondigt wordt.
Volgende keer gaat de schrijver in op de alternatieve uitweg die de zondige mens heeft verzonnen waardoor er toch sprake lijkt te zijn van Bijbelse ervaringen.
Nog geen reacties