De onrechtvaardige mammon is natuurlijk een vreemde titel voor Genesis 33, maar ik werd er tijdens het schrijven op een gegeven moment toch bij bepaald, dus heb ik de oorspronkelijke titel laten vallen en deze genomen.
Dit hoofdstuk valt gelijk met de deur in huis. We worden gelijk met de confrontatie geconfronteerd. Jakob sloeg zijn ogen op en zag Esau plus 400 man aankomen. Sloeg hij zijn ogen op omdat hij de hele tijd naar de grond keek? Werd hij wakker met Esau in aantocht? Hij kwam in ieder geval gelijk in actie!
Hij liet de slavinnen met hun kinderen voorop gaan, daarna Lea met haar kinderen en Rachel en Jozef sloten de rij. In de volgorde van voorkeur dus. Even bekroop met het gevoel dat hij anderen de klappen op zou laten vangen, maar gelukkig staat er in vers 3 dat hij zelf voorop ging.
Zeven maal
Het getal zeven heeft een bijzondere betekenis in de Bijbel. Jezus leerde dat we 70 maal 7 moeten vergeven, of eigenlijk gewoon altijd. Het is het getal van de volheid. Jozef boog zeven keer tussen het moment dat hij naar zijn broer ging en hem ontmoette. Maar Esau rende al naar hem toe, omarmde hem, viel hem ook nog een keer om de hals en kuste hem. Dat is nog steeds een oosters gebruik. Beide broers huilden (van geluk).
De vergelijking met de parabel van de verloren zoon komt naar boven. Daar is het de vader die wacht op zijn losbandige zoon, maar in de basis is het hetzelfde: Een herstelde relatie. Een hernieuwd samenzijn. En toch blijft Jakob zich als de mindere opstellen. Hij noemt zichzelf “uw knecht”. En zo wil God ook de relatie met de mens, Zijn Schepping, steeds weer herstellen!
Ontmoeting
Natuurlijk hebben ze elkaar 22 jaar niet gezien, dus er is het nodige om bij te praten. Esau ziet de vrouwen en kinderen en is natuurlijk nieuwsgierig wie dat allemaal zijn. Jakob stelt ze allemaal voor. Ook wordt duidelijk dat Esau de cadeau’s wel gezien heeft, en hij wil weten wat de bedoeling daar van was. Jakob geeft eerlijk toe dat dat was om de genegenheid van Esau te winnen.
Vergelijk dit gedrag eens met Lc. 16:9:
En Ik zeg u: Maakt u vrienden met behulp van de onrechtvaardige Mammon, opdat, wanneer deze u ontvalt, men u opneme in de eeuwige tenten.
Is dit niet precies wat Jakob doet? En Jezus leert ons om het te doen: Vrienden maken met geld, zodat ze je helpen als jij hulp nodig hebt, al zit er ook een diepere betekenis achter. Jakob probeerde de genegenheid van Esau te winnen door hem geschenken aan te bieden. Maar Esau blijkt zelf ook goed geboerd te hebben en heeft alles wat zijn hartje begeerd, dus hij zit niet te wachten op cadeaus van zijn broertje.
Jakob blijft echter aandringen en Esau neemt de geschenken dan maar aan. Neemt Jakob een voorschot?
Samen optrekken
Esau wil samen verder reizen. Een logische gedachte als je je broertje 22 jaar niet gezien hebt. Je hebt dan toch wel wat om bij te praten, maar Jakob gebruikt zijn kinderen en zogende vee als excuus dat hij langzaam reist, dus dat Esau maar vooruit moet reizen en dat ze elkaar in Seir weer zullen ontmoeten. (vers 14)
Esau vertrekt richting Seir en ook Jakob breekt op en vertrekt… naar Sukkot. En dat ligt nou niet bepaald bij elkaar in de buurt.
Hij houdt zich dus weer niet aan zijn woord! En hij is ook niet van plan om zich bij zijn broer in Seir te vestigen, want in vers 17 staat dat hij in Sukkot een huis voor zichzelf bouwt, en hutten voor zijn vee. Nogal een permanente vestiging dus. Het was even een puzzeltje, maar hemelsbreed is de afstand tussen Sukkot en Seir al circa 200 kilometer.
Dat is tegenwoordig al een aardige afstand om “even een bakje te doen”, maar dat was in die tijd natuurlijk een veel grotere onderneming. Ook kocht hij grond en bouwde hij een altaar. Hij wilde zich dus permanent vestigen in Sukkot en was helemaal niet van plan om door te reizen naar Seir. Een vos verliest wel zijn haren…
Voor vandaag
Een kort hoofdstuk. Wat kunnen we er van leren. Jakob is duidelijk nog steeds bang voor de reactie van zijn broer Esau. Daarom laat hij de slavinnen voorop gaan, en komt zijn lievelingsvrouw met Jozef helemaal achteraan.
De opmerkelijkste tekst komt eigenlijk niet uit dit hoofdstuk, maar uit Lc. 16:9. Je kunt dus met geld vrienden maken. Dat adviseert Jezus zelfs, zodat je van hulp verzekert bent als je een keer hulp nodig hebt. Bijbeluitleggers leggen deze tekst soms uit in verbinding met de geschiedenis van Jezus en de rijke jongeling die alles moest verkopen. Maar de tekst staat in de context van een onrechtvaardige rentmeester die er van beticht werd niet goed te handelen met de bezittingen die hij moest beheren.
Zijn heer ontsloeg hem, en hij zocht een uitweg omdat hij geen zwaar lichamelijk werk kon doen en zich schaamde om te bedelen. Hij verzekerde zich van een dak boven zijn hoofd door de pachters van zijn heer een deel van hun schuld kwijt te schelden. Hij liet de pachters bij zich komen en vroeg aan hen hoeveel zij zijn heer schuldig waren. Deed de man zijn administratie niet goed?
De eerste zei “Honderd vaten olie”, en de rentmeester liet hem een schuldbekentenis opstellen voor 50 vaten. De tweede schold hij op deze manier 20 zakken tarwe kwijt.
De heer prijst de onrechtvaardige rentmeester ook nog, terwijl het toch lijkt alsof hem een poot uitgedraaid (maar dat weet hij natuurlijk niet).
Vrienden met behulp van de onrechtvaardige mammon
Dan komt de opmerkelijke tekst – Maakt u vrienden met behulp van de onrechtvaardige mammon – die, mijns inziens, op twee manieren uitgelegd kan worden.
1. De rentmeester heeft zijn toekomst veilig gesteld en weet dat hij een dak boven zijn hoofd heeft op het moment dat zijn heer hem ontslaat. Dat verklaart echter niet de uitdrukking “eeuwige tenten”, want die vinden we op aarde niet.
2. Om de uitdrukking met “eeuwige tenten” wel te verklaren denk je automatische aan de Hemel. Dat zou kunnen betekenen dat je, als je goed doet met je geld (vrienden maakt met de onrechtvaardige mammon), de armen die je geholpen, je opwachten en verwelkomen in de Hemel, volgens een uitlegging.
Natuurlijk is het altijd goed om goed te doen met je geld. Als moderne, westerse christenen zitten we maar al te makkelijk vast in de ratrace van de wereld. Hypotheek, huur, pensioen, nieuwe auto, vakanties, luxe goederen… het is allemaal op onszelf gericht, terwijl we leven in een wereld vol nood en armoede. Hoe gaan we daar mee om? En hoe zouden we daar mee om moeten gaan?
Zelf ben ik steeds kritischer geworden. Heb ik die nieuwe telefoon nou echt nodig, of doet mijn oude het nog goed genoeg? Kan mijn auto niet nog een jaartje mee? En dan kom ik vaak tot de conclusie dat ik best wat minder geld aan mezelf uit kan geven, zonder in te boeten op comfort.
Nog geen reacties