Kenmerkend voor Judaïsten is dat zij de volkomen verlossing van Christus ontkennen. Ze menen dat de natuurlijke mens in staat is een eigen gerechtigheid te bewerken.
Er zijn altijd mensen geweest die zich verzetten tegen het idee dat God’s Redding voor niets wordt aangeboden aan de gelovigen. Zij beredeneren, naar de natuurlijke mens en zoals het ons in onze opvoeding wordt mee gegeven, er ook voor gewerkt moet worden. Dat zo’n enorm groot geschenk als vergeving door zo’n heilige God een of andere betaling van onze kant vereist. We danken God voor Zijn genade, maar we denken te begrijpen dat Hij op de een andere manier van ons verwacht dat wij die genade verdienen. Ofwel: er moet iets zijn dat wij kunnen doen om de schuld die we bij God hebben te kunnen betalen.
Vroege kerk
In the early church, those who taught a combination of God’s grace and human effort were called “Judaizers.” The word Judaizer comes from a Greek verb meaning “to live according to Jewish customs.” The word appears in Galatians 2:14 where Paul describes how he confronted Peter for forcing Gentile Christians to “Judaize.”
In de vroege kerk werden degenen die een combinatie van God’s genade en menselijke inspanning leerden “Judaïsten” genoemd. Het woord “Judaïst” komt van een Grieks werkwoord dat “leven volgens Joodse tradities” betekent. Het woord (ιουδαικως Ioudai’koos) staat in Galaten 2:14 waar Paulus beschrijft hoe hij Petrus confronteerde voor het dwingen van de heidenen om als Joden te gaan leven.
Maar toen ik zag, dat zij niet de rechte weg bewandelden naar de waarheid van het evangelie, zeide ik tot Kefas ten aanhoren van allen: Indien gij, die een Jood zijt, naar heidens en niet naar Joods gebruik leeft, hoe kunt gij dan de heidenen dwingen zich als Joden te gedragen?
Galaten 2:14
Een Judaïst leerde dat een christen, om echt in het reine met God te komen, zich moet onderwerpen aan de Mozaïsche wet. In het bijzonder werd besnijdenis geleerd als noodzaak voor verlossing. Heidenen moesten eerst Joodse proselieten worden, dus zich aansluiten bij het Jodendom, en konden daarna tot Christus komen. De leer van de Judaïsten is een mix van genade (door Christus) en werken (door het houden van de wet). Deze valse leer wordt besproken in Handelingen 15 en sterk veroordeeld in het boek Galaten.
Judaïsten in Jeruzalem
In “de vergadering te Jeruzalem” in Handelingen 15 stond een groep Judaïsten tegenover Paulus en Barnabas. Sommigen uit de groep der Farizeeërs stonden er op dat heidenen niet gered konden worden voordat zij besneden waren en de wet van Mozes gehoorzaamden. Paulus voerde aan dat er in Christus niet langer onderscheid tussen Jood en heiden is. God had de harten van de heidenen door geloof gereinigd
En God, die de harten kent, heeft getuigd door hun de Heilige Geest te geven evenals ook aan ons, zonder enig onderscheid te maken tussen ons en hen, door het geloof hun hart reinigende.
Handelingen 15:8, 9
In Galaten 2:16 zegt hij duidelijk:
wetende, dat de mens niet gerechtvaardigd wordt uit werken der wet, maar door het geloof in Christus Jezus, zijn ook zelf tot het geloof in Christus Jezus gekomen, om gerechtvaardigd te worden uit het geloof in Christus en niet uit werken der wet. Want uit werken der wet zal geen vlees gerechtvaardigd worden.
Galaten 2:16
Iets toevoegen aan het werk dat Christus deed voor onze redding, is de genade van God ontkennen. We zijn alleen door genade gered, alleen door geloof, niet door de terugkeer naar de wet.
Ik ontneem aan de genade Gods haar kracht niet; want indien er gerechtigheid door de wet is, dan is Christus tevergeefs gestorven.
Galaten 2:21
Judaïsten vandaag
Tegenwoordig zijn er veel groeperingen met standpunten die veel lijken op die van de Judaïsten uit het Nieuwe Testament. Er zijn er ook die zichzelf openlijk Judaïsten noemen. De twee meest prominente zijn echter de “Hebrew Roots Movement” (HRM) (waar ik geen goede Nederlandse beweging van kon vinden) en de Rooms Katholieke kerk. De leer van de HRM is vrijwel identiek aan die van de Judaïsten die Paulus in Galaten afwijst . De belangrijkste focus van de HRM is om volgers van Christus terug te brengen onder het juk van de Oud Testamentische wet.
De Rooms Katholieke kerk leert een doctrine die vergelijkbaar is met die van de Judaïsten van het Nieuwe Testament. Ook deze leer is een mix van wet en genade. Tijdens het Concilie van Trente (1545 – 1563) nam de katholieke kerk expliciet afstand van de leer van redding door genade alleen. Katholieken hebben altijd vastgehouden dat bepaalde sacramenten nodig zijn voor verlossing. De hoofdpunten van de Judaïsten uit de eerste eeuw waren besnijdenis en het houden van de sabbat. De hoofdpunten voor de katholieken van nu zijn doop, biecht, etc. De werken die nodig geacht worden zijn anders, maar zowel Judaïsten als katholieken proberen Gods genade te verdienen door het uitvoeren van rituele handelingen.
1 Timotheüs 4:3 zegt dat in latere tijden valse leraren
het huwelijk verbieden en het genot van spijzen, welke God toch geschapen heeft om met dankzegging te worden gebruikt door de gelovigen, die tot erkentenis der waarheid gekomen zijn.
1 Timotheüs 4:3
Dit klinkt verdacht veel als sommige van de leringen van het Rooms Katholicism, wat van priesters eist dat zij celibatair zijn (“het huwelijk verbieden”) en sommig voedsel verboden verklaren tijdens de vastentijd (genot van spijzen). De Judaïsten hielden vol dat de Mozaïsche wet noodzakelijk zou zijn voor verlossing. Katholieken houden vol dat menselijke traditie dat is. Beiden zien de dood van Christus als onvoldoende zonder de actieve en voortdurende medewerking van degene die gered wordt.
Genade
De Bijbel is er duidelijk over dat de poging om menselijke werken toe te voegen aan God’s genade de betekenis van genade, onverdiende zegen, teniet doet. Zoals Paulus zegt:
Indien het nu door genade is, dan is het niet meer uit werken; anders is de genade geen genade meer.
Romeinen 11:6
Prijs God!
Opdat wij waarlijk vrij zouden zijn, heeft Christus ons vrijgemaakt. Houdt dus stand en laat u niet weder een slavenjuk opleggen.
Galaten 5:1
Nog geen reacties