Darwin
Spread the love

De evolutietheorie ligt onder vuur. Niet alleen van creationisten en aanhangers van intelligent design; ook gerenommeerde vakwetenschappers keren haar de rug toe. Maar geloven in een bovennatuurlijke schepping is een brug te ver.

Het gangbare evolutie-idee dat innovaties of nieuwe eigenschappen uit het niets kunnen ontstaan, blijkt wetenschappelijk geen begaanbare weg . Bewijs ervoor ontbreekt en de hoeveelheid bewijsmateriaal ertegen groeit.

„Het eerste oog, de eerste vleugel, de eerste placenta. Hoe zijn ze ontstaan? Het uitleggen hiervan is de fundamentele taak van de evolutiebiologie. En toch hebben we nog steeds geen goed antwoord. Dit klassieke idee van geleidelijke verandering, één gelukkig ongeluk per keer, is tot nu toe mislukt”, citeert journalist Steven Buranyi bioloog Armin Moczek  van de Indiana University in 2022 in The Guardian. Anderen noemen het idee dat „complexe biologische machines” zichzelf in elkaar zouden zetten „absurd onwaarschijnlijk ”.

„Het idee dat complexe biologische machines zichzelf in elkaar zouden zetten, is absurd onwaarschijnlijk” – Olen Brown (University of Missouri) en David Hullender (University of Texas)

Het centrale probleem is dat de theorie faalt om aan te tonen dat natuurlijke selectie van willekeurige mutaties de enorme aanpassingen heeft veroorzaakt, stelde de Amerikaanse evolutiewetenschapper Egbert Leigh van Smithsonian Institution in 1999 al. En het is er sindsdien niet beter op geworden.

Ook zou evolutie zowel een „feit” als de „belangrijkste theorie in de biologie” en de „verklaring” moeten zijn van alle biologische feiten, constateerden twee Braziliaanse wetenschappers in vakblad Genetics and Molecular Biology. Wetenschappelijk gezien kan een theorie haar eigen feit of verklaring niet zijn. „Er is iets diepgaand misgegaan in de biologie”, stelde Dennis Noble, hoogleraar fysiologie aan de Oxford University  (zie ”Evolutie redden met AI”).


Evolutie redden met AI

”De darwinistische evolutie is dogma geworden; AI moet redden wat te redden is”, kopte vakblad Progress in Biophysics and Molecular Biology recent. De auteurs Olen Brown en David Hullender draaien er niet omheen: de wetenschappelijke meningsverschillen rond de evolutietheorie nemen toe.

Volgens hen is de moderne evolutietheorie „wiskundig gezien absurd onwaarschijnlijk”, terwijl een „biologisch evolutiemechanisme” ontbreekt. Maar in hun ogen biedt kunstmatige intelligentie (AI) uitkomst. AI zou heel geschikt zijn om evolutionaire ideeën te toetsen, zoals de ”survival of the fittest”, nodig voor micro-evolutie, en de zelfassemblage, die nodig is voor macro-evolutie.

De vraag is echter of evolutiewetenschappers de resultaten van zo’n toets door AI wel accepteren. Sommigen willen eenvoudigweg niet dat de evolutietheorie op deze manier wordt beproefd. Brown en Hullender vinden dat zo’n bezwaar er niet toe doet: „Consensus zonder kritiek is niet gezond. Er mogen geen belemmeringen zijn voor de vrijheid van onderzoek. Er is geen plaats voor dogma’s in de wetenschap.”

Maar wat als AI ernstige tekortkomingen van de evolutietheorie blootlegt? Brown en Hullender verwachten niet anders. Elke conclusie van AI over theorieën over biologische evolutie zou ongetwijfeld zeer controversieel zijn. „We moedigen de toepassing ervan onmiddellijk aan voor het evalueren van theorieën over biologische evolutie.”


Bijbelse scheppingsleer

Maakt de Bijbelse scheppingsleer dan weer een kans in de wetenschap? Nou nee, de wetenschappers blijven hun verklaringen zoeken in natuurlijke processen en materie: het naturalisme en het materialisme blijven onverminderd belangrijk. De wetenschap mag „geen goddelijke voet tussen de deur toestaan”, is een gevleugeld gezegde van de Amerikaanse evolutiebioloog Richard Lewontin (1929-2021). Sommigen zoeken een derde weg tussen het door hen verfoeide creationisme en het afgedankte neodarwinisme in.

Vooraanstaande wetenschappers, onder wie moleculair bioloog James Shapiro van de universiteit van Chicago, evolutiewetenschapper Raju Pookottil en fysioloog Denis Noble, lanceerden in 2014 het project The Third Way – de derde weg. Op hun website verzamelen ze al enige jaren wetenschappelijke literatuur die hun visie onderbouwt.

Wat houdt The Third Way concreet in? De wetenschappers hebben afscheid genomen van de visie dat mutaties (spontane veranderingen in het DNA), natuurlijke selectie, tijd en toeval een geleidelijk evolutieproces sturen. Zij schrijven evolutie toe aan een aantal andere mechanismen dan de gangbare neodarwinistische evolutieleer hanteert. Het lamarckisme (zie ”Lamarckisme”) steekt bij een aantal van hen in een modern jasje de kop weer op.


Lamarckisme

Verschillende voorstanders van The Third Way nemen hun toevlucht tot een vorm van lamarckisme. Onder hen is geneticus Eva Jablonka van de universiteit van Tel Aviv. Zij schreef in 2008 een artikel  waarin zij een lans brak voor lamarckiaanse processen. Ook evolutiewetenschapper Raju Pookottil schrijft in zijn boek B.E.E.M. (2014) dat evolutie een lamarckiaans proces is.

De Franse bioloog Jean-Baptiste de Lamarck (1744-1829) ontwikkelde een theorie dat verworven eigenschappen erfelijk zijn, en dat kenmerken die worden verwaarloosd verloren gaan. Een bekend voorbeeld is de giraf. Als hij zijn nek voortdurend moet rekken om bij bladeren van hoge bomen te komen, krijgt hij vanzelf een langere nek. Die geeft hij door aan zijn nageslacht. Een smid ontwikkelt sterke armspieren. Zijn zonen zouden ook sterke armspieren krijgen.

Met de komst van Darwins theorie van evolutie door natuurlijke selectie raakten Lamarcks ideeën op de achtergrond.

Uit epigenetisch onderzoek tijdens de laatste decennia bleek echter dat bepaalde verworven eigenschappen tijdelijk enkele generaties lang kunnen worden overgedragen op het nageslacht. Maar het is volgens een aantal wetenschappers nog maar de vraag of epigenetische veranderingen wel kunnen worden gezien als lamarckiaans.


Fotosynthese

Een van de vermeende mechanismen is __ symbiogenese_._ Deze theorie moet het ontstaan van eukaryote (zowel dierlijke als plantaardige) cellen verklaren, doordat eenvoudige procaryote (bacterieachtige) cellen andere procaryote cellen in zich hebben opgenomen. Die opgenomen cellen zouden vervolgens celorganellen, waaronder mitochondriën en chloroplasten, zijn geworden. Mitochondriën zijn de energiefabriekjes van de cel. Chloroplasten voeren in plantaardige cellen de fotosynthese uit door onder invloed van zonlicht water en CO2 om te zetten in suikers en zuurstof.

Een andere tak van wetenschap waarop The Third Way-wetenschappers zich toeleggen is de epigenetica: omkeerbare erfelijke verandering in het DNA doordat genen worden aan- of uitgezet. Een van de belangrijkste mechanismen hiervoor is DNA-methylatie: door het plaatsen van een methylgroep op specifieke plaatsen in het DNA kan een cel genen uitschakelen.

Het derde mechanisme is het saltationisme: er hebben plotseling sprongsgewijs grote veranderingen plaats in het DNA van een soort, waardoor nieuwe soorten kunnen ontstaan. De snelle, grote veranderingen zouden gebeuren door horizontale DNA-overdracht tussen organismen, hybridisatie (kruisingen), spontane verdubbeling van het hele genoom, symbiogenese en grootschalige herstructurering van het genoom.

Rijk rekenen

Creationistische wetenschappers hoeven zich met The Third Way niet rijk te rekenen, hoewel ze er argumenten tegen de theorie van natuurlijke selectie aan kunnen ontlenen. Samen moeten de drie mechanismen alsnog macro-evolutie, de universele gemeenschappelijke afstamming van de soorten uit een oercel, mogelijk maken. De derde weg is volgens James Shapiro dan ook niet meer dan „een fundamentele herinterpretatie van evolutionaire processen”. Een „bovennatuurlijk ingrijpen” wijst hij af; met een Bijbelse schepping heeft The Third Way dus niets te maken. En het creationisme is „duidelijk onwetenschappelijk, omdat het een willekeurige bovennatuurlijke kracht in het evolutieproces brengt”, stelt de website.

Hoewel The Third Way een aantrekkelijk alternatief lijkt voor wetenschappers die zich afkeren van het gangbare neodarwinisme, is het de vraag of deze voldoet. Er is namelijk een aantal fundamentele bezwaren tegen aan te voeren.

Bibliotheek

Zo is het interessant hoe de aanhangers zich het ontstaan van innovaties voorstellen. Andreas Wagner, hoogleraar evolutiebiologie aan de universiteit van Zürich, probeert dat toe te lichten in zijn boek ”The arrival of the fittest” (2015). Wagner meent dat gunstige mutaties worden gekozen uit een soort ‘bibliotheek’ van theoretische mogelijkheden. Hierdoor zouden levensvormen zich sprongsgewijs veel sneller kunnen evolueren dan anders het geval zou zijn.

Wagner noemt deze bibliotheek „een wiskundig concept dat bestaat in de abstracte ruimte van onze geest – of ergens daarbuiten, we weten niet precies waar”. Hieruit zou dan de biologische werkelijkheid van vandaag de dag zijn voortgekomen. De Amerikaanse ecoloog Daniel Witt vindt dit concept „behoorlijk bovennatuurlijk ” klinken.

Naturalisme

Gewoonlijk benaderen wetenschappers de oorsprong van de huidige biodiversiteit met het methodologisch naturalisme: ze sluiten tijdens hun onderzoek elke vorm van goddelijk ingrijpen uit. Per definitie moet al het leven op aarde er zijn gekomen via natuurlijke processen en natuurwetten.

Om de bovennatuurlijk klinkende bibliotheek van Wagner in te passen in dit methodologisch naturalisme, veranderen wetenschappers van The Third Way de inhoud van het naturalisme: ze definiëren het bovennatuurlijke simpelweg ook als natuurlijk.

Volgens Witt kan de wetenschap zo zelfs de immateriële (geestelijke) menselijke ziel „een kwantumentiteit of iets dergelijks noemen, en gewoon doorgaan met hun normale gang van zaken”. Maar daarmee belanden de derdewegaanhangers volgens hem in een cirkelredenering: het naturalisme beweert dat het natuurlijke alles is wat bestaat, en alles wat bestaat wordt als natuurlijk gedefinieerd.

Onbenullig

Het probleem is dat er dan twee definities van het begrip natuurlijk naast elkaar bestaan: het natuurlijke dat de wetenschap onderzoekt, is alles wat bestaat – dit is een zelfgekozen beperking van de wetenschap. De tweede: alles wat bestaat, noemen we natuurlijk – dat is een nogal onbenullige opmerking. Maar het is voor een aanhanger van de derde weg eenvoudig om ongemerkt van de ene naar de andere definitie over te springen wanneer dat zo uitkomt.

Hoe deze redenering in de praktijk uitpakt, laat Witt ook zien. Het methodologisch naturalisme verbiedt The Third Way-aanhangers enige vorm van goddelijk ingrijpen in het wetenschappelijk onderzoek, want God is bovennatuurlijk. Witt: „Hier gebruiken ze de sterke definitie van natuurlijk: alleen die dingen bestaan waarvan bekend is dat ze deel uitmaken van de natuur.” Maar dit standpunt is wetenschappelijk niet te bewijzen; het is een keuze die de wetenschappers vooraf maken.

Andersom, „wanneer aanhangers van de derde weg beweren dat de wetenschap alleen natuurlijke dingen kan bestuderen, en geen bovennatuurlijke entiteiten, gebruiken ze de zwakke, triviale definitie van naturalisme: alles wat de wetenschap ontdekt, is per definitie natuurlijk.” In deze omschrijving kan ook het bovennatuurlijke natuurlijk worden genoemd, zodat deze omschrijving nietszeggend is.

Werkbare oplossing

Alles op een rij zettend neemt The Third Way dus geen afstand van de universele gemeenschappelijke afstamming van de soorten (macro-evolutie). Ze stellen alleen de geleidelijke neodarwinistische veranderingsprocessen via mutaties, natuurlijke selectie, tijd en toeval onder kritiek.

Het is de vraag of The Third Way tot een werkbare oplossing leidt voor naturalistisch denkende wetenschappers. Ook de derdewegaanhangers aanvaarden onbewijsbare hypotheses zoals symbiogenese en saltationisme, terwijl ze de mogelijkheden van epigenetica overschatten. Epigenetica leidt immers niet tot het ontstaan van complexere organismen: het DNA (genotype) blijft hetzelfde, terwijl door epigenetische veranderingen vooral uiterlijke kenmerken (fenotype) kunnen wijzigen.

Ten slotte nemen voorstanders van The Third Way inconsequent hun toevlucht tot het buitenwetenschappelijke bovennatuurlijke om hun theorie te onderbouwen, terwijl ze intelligent design en creationisme categorisch afwijzen. Op eenzelfde inconsequente manier als neodarwinisten hun toevlucht nemen tot een vorm van onpersoonlijke intelligentie om het proces van natuurlijke selectie te verklaren. Het lijkt er verdacht veel op dat het vrijwel onmogelijk is om de biodiversiteit op aarde te kunnen verklaren zonder het bovennatuurlijke daarbij te betrekken.

Dit artikel verscheen eerder in het RD

#

Nog geen reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.